Een groot deel vaan mijn leven breng ik door me dromen. Bedoel ik niet dagdromen. Doe ik óók, maar ik heb het gevoel dat ik die in de hand heb en bovendien kan ik altijd zeggen: zo, nu weer naar de orde van de dag. Die orde is er immers altijd ook en daarvan blijf ik me vaag bewust terwijl ik dagdroom.
Lijkt me juist dat Albert Heijn explosieve kroketten uit de schappen verwijdert. We bereiden kroketten niet om ze uiteen te zien spatten. Ik ben trouwens van de stroming die nooit zelf een kroket bakt. Niet omdat ik er te lui voor ben, nee hoor, maar voor een kroket ga ik naar de automatiek. Ik trek de kroket, zoals dat heet. Mee naar huis nemen kan, maar het liefst eet ik de kroket ter plekke. Eerst blazen, de voorzichtige eerste hap en dan begint het onhandige gepeuzel. En tijdens deze gang van zaken kijk je niet om je heen.
Ben twee dagen in terug in het land en merk dat het vaak over `sorry’ gaat. Natuurlijk heb ik het nieuws gevolgd en weet dat onze premier `sorry’ heeft gezegd, maar dat waaide aan me voorbij. Had ik misschien moeten voorkomen, want telkens als het over `sorry’ gaat, heb ik het gevoel dat ik iets mis, dat het niet alleen het `sorry’ van de heer Rutte is.
Gek dat mijn eerste reactie lichte bezorgdheid is, als ik lees dat honden de meeste woorden van hun baasje begrijpen. Ja, dat staat er in het artikel dat ik erover las, `begrijpen’. Maar begrijpen en begrijpen zijn twee dingen. In een radioprogramma reageerde Martin Gaus op het artikel. Hij is een beetje de Peter R. de Vries van de hondenwereld. Ja, dat was al lang bekend, dat wist iedereen die een hond had, aldus Martin Gaus, en nu het wetenschappelijk is onderzocht, gelooft iedereen het. Dat laatste klonk als een klacht.
Als iemand me de weg zou vragen naar de luizenkliniek in mijn woonplaats, stond ik met mijn handen in het haar. De luizenkliniek houdt me ook niet bezig, maar nu lees ik er een artikel over. Hoofdluizen worden weer een groter wordende plaag, niet alleen op de basisscholen, maar ook op de middelbare en misschien rukken ze van daaruit verder op. Komt doordat de leerlingen de hele dag bij elkaar op de telefoontjes zitten te kijken en selfies maken. Hoofdluizen vinden dat handig, die hoofden die zo dicht bij elkaar zijn.
Of de hel bestaat, weten we niet. Maar als het zo is, zal er zo nu en dan ook gegeten worden. Hoe dat gaat, kun je min of meer ondervinden als je een wegrestaurant bezoekt dat ligt aan een van de grote autowegen naar het zuiden van Europa. Of vanuit het zuiden weer terug naar het noorden. Zeker als het warm is en druk op die wegen. Dat niemand er daar monter uitziet, is te begrijpen. Ik weet niet waarom, maar ik vind het altijd nuttig goed om me heen te kijken. En dan denk ik bijvoorbeeld: ja, wij moeten het allemaal met elkaar doen.
De meeste openbare voorzieningen zijn bedacht en aangebracht om onze gang door het openbare leven makkelijker te maken. Misschien niet altijd makkelijker, maar dan dienen ze onze dynamiek in het openbare leven in ieder geval te begeleiden. Soms hangt er iets raadselachtigs omheen en dat kan me dan amuseren.
Paar weken geleden loop ik ’s ochtends in alle vroegte de fitnessclub binnen. Om in gymzaal te komen moet je langs een balie. Daar kun je koffie bestellen en dranken waarvan je langer leeft. Als je die balie passeert en naar links kijkt, zie je een zwembad, een niet al te groot waarin je een duik kunt nemen na de inspanningen. Hotelgasten mogen er ook gebruik van maken. De fitnessruimte bevindt zich in een hotel. Over dat hotel kan ik niet zo heel veel zeggen, maar wel weet ik dat je welvarend moet zijn om er te kunnen logeren.
Alles wat van belang blijkt in mijn leven, is het gevolg van het toeval. Dat weet ik zeker. Maar ik weet bijna niets zeker, ik dénk dat ik het zeker weet. Ik moet me er niet te veel mee bezighouden, want dat doet mijn relatie met het toeval geen goed. Het toeval is er ineens, meer valt er niet over te zeggen. Je kunt er niet eens conclusies aan verbinden. Doe je dat wel, dan ben je naïef.
Mijn leven duurt al een tijdje en ik maakte veel zomers mee, maar of er een tussen zat die sportzomer werd genoemd, staat me niet meer bij, maar het kan zijn dat ik maar half oplette. Van de zomer van dit jaar weet ik het zeker, een groot deel ervan was een sportzomer en ik heb die ook met volle teugen meegemaakt.