Nog steeds kijk ik met groot genoegen naar het EK voetballen. Nog steeds denk ik dat dat komt doordat het me nauwelijks kan schelen wie er wint. Natuurlijk heb ik mijn voorkeuren, maar die vertroebelen mijn open blik niet. Ook kan ik tijdens een wedstrijd lekkere spanning voelen, maar die heeft alleen maar met mooie momenten te maken. Ik moet één kanttekening plaatsen: ik ben tegen Duitsland. Niet vóór de tegenstander, nee, tégen Duitsland. Ik weet dat ik hierin niet alleen sta. Ik vind het erg, verwijt het mezelf. Want waarom?
Lichte trots voel ik. Gisteren kwam er in de Noordzee een installatie die het plastic uit de oceanen moet opruimen. Vies woord daarvoor: plasticsoep. Zo vies dat je er ook iets aan wilt doen. O ja, trots omdat het allemaal bedacht ik door een student van de TU Delft. Inmiddels is hij daar geen student meer, maar directeur van het bedrijf dat die installaties maakt.
Al vier weken ben ik op een plaats in Nederland waar het nauwelijks regent. Aan de kust in Noord-Holland. Natuurlijk ben ik op de hoogte van de wateroverlast waardoor een groot deel van het land geteisterd wordt, maar die beleef ik hier dus alleen maar in theorie. Ik lees erover, zie de beelden op televisie en kijk dan naar buiten: hier niet.
Leg eens uit wat er gebeurt als Engeland niet `bij ons’ blijft. Iets om bij stil te staan in deze belangrijke week. Stel dat de Britten tégen stemmen, wat is dan het ergste gevolg daarvan? Deze vraag zorgt bij mij voor handen in het haar. Ik weet niet waar ik moet beginnen. Natuurlijk moet het land binnen de EU blijven. Als je weldenkend bent, vind je dat. Van de andere kant, het Britse volk is héél erg van zichzelf, om het zo maar eens te zeggen. Ik denk het soms ook van een persoon: die is heel erg van zichzelf. En dat vind ik hoe dan ook bijzonder.
Wakker worden en meteen aan haring denken. Gebeurt me niet vaak, maar gisterochtend wel. Ik ben nog steeds in het dorp aan zee en de enthousiaste vrouw van de haringkraam had me twee weken al op het hart gedrukt: 15 juni!
Als ik denk `Dát is iets voor mij!’, wil ik meteen de vraag beantwoorden waarom ik dat denk. Schade en schande hebben me dat geleerd. Vaak verdwáálde ik in iets waarvan ik dacht dat het echt iets voor mij was. Of kreeg ik er last van. Dat is natuurlijk niet de bedoeling. Van de sport die suppen heet, had ik nog nooit gehoord. Maar nu lees ik erover en kijk ik naar een foto van mensen die bezig zijn die sport te beoefenen. Het is een sport in opkomst. Dat spreekt me ook aan: dat ik er op tijd bij ben.
Vreemd dat ik me had voorgenomen er niet over te beginnen, maar het toch doe. Gaat hierom: ik ben nu al een week of twee aan zee en iedere ochtend neem ik er een duik in. Vroeg. Weer of geen weer (maar er is altijd weer). `Duik’ is helaas niet het juiste woord. Was het maar een duik, dan was je er meteen doorheen.
Hoe ga ik om met het EK Voetbal? Dat vroeg ik me de afgelopen weken af. Misschien moet ik het anders zeggen: wat zou het met me doen? Ik ben een voetballiefhebber, maar niet verwilderd fanatiek. Als het Nederlands elftal met zo’n belangrijk toernooi meedoet, kijken we in groepsverband. Feestelijke gebeurtenissen zijn dat. Het Nederlands elftal bestaat nog wel, maar alleen nog in naam, het is meer een theoretische kwestie.
Het is de late zomer van 1965, nog een paar maanden en ik word 13 jaar. Halverwege september, ik zit een paar weken op de middelbare school. Vaag heb ik het gevoel dat het echte leven is begonnen, maar ik was toen al iemand die romantisch overdreef zonder erg in te hebben. Bij dat echte leven hoort ook een meisje dat ik al vaak op de tennisclub heb gezien. Soms kijk ik met ingehouden adem naar haar en als ik dat te lang doe, raak ik zo in de war dat ik een beetje vergeet waar ik ben.
Vreemd dat je over iets wat je dagelijks ziet, ineens geen standpunt hebt. Ik doel nu make-up. Tja. Al in zeker drie kranten las ik over de zangeres Alicia Keys, die ik vaak erg goed vind. Die is bezig een trend aan het setten: geen make-up meer. Ja, het komkommernieuws begint zomers op gang te komen! Terwijl ze haar `nieuwe zelf’ voorstelt, zegt ze dat niemand zich hoeft te verbergen. Is inmiddels geen particuliere opvatting van Alicia Keys meer, maar voorzichtig een golfbeweging aan het worden.