Ineens is er een fijn verschijnsel: de eerste Nederlandse verhalenmachine. Is niet een apparaat dat zelf verhalen maakt, nee, een voorziening waaruit je een kort verhaal kunt trekken. Druk op de knop is voldoende. Gratis ja. De machine komt voorlopig in Utrecht te staan, daar is deze week een literatuurfestival, maar op andere plaatsen kan natuurlijk ook. Er zitten verhalen in van onder meer Remco Campert en Manon Uphoff. En ook van mij, voeg ik er voor deze gelegenheid vereerd aan toe.
Tijdens de lockdown keek ik vaker televisie dan strikt noodzakelijk was, zeker in het begin. Kwam door de actualiteitenprogramma´s. Als zo´n informatief programma afgelopen was, bleef ik een tijdje zitten, verzonken in gedachten over wat ik zojuist gezien en gehoord had. Ineens was ik in een ander programma beland en meestal wist ik dan meteen waarom ik niet zo graag televisie kijk.
Wat ik vaak heb is dat ik iemand ken van bijvoorbeeld de sportschool en die tegenkom in een andere omgeving, op het station, dat ik dan even niet weet wie dat is, terwijl ik tastend denk: ik ken je wel, maar waarvan ook weer en wanneer was dat?
Beetje zielig is wel, nieuwe coronamaatregelen van de overheid omdat op sommige plekken net iets te veel mensen zich niet aan de tijdelijke regels kunnen houden. Feestzalen zijn onder meer het probleem. Ik ben in mijn leven niet zo vaak in een feestzaal geweest, maar als dat wel het geval was, wilde ik er meteen weer weg. Voor heel veel mensen geldt dat niet. Stel je woont in de regio Rotterdam-Rijnmond en je hebt zin een avondvullende polonaise (wat in die regio niet onvoorstelbaar is) maar ja, alle feestzalen zijn gesloten, wat dan?
Luchthaven vond ik al vroeg in mijn leven een indrukwekkend woord. Het prikkelde mijn fantasie. Natuurlijk wist ik dat daar vliegtuigen landden en opstegen, maar in mijn dromerige gedachten was een luchthaven meer dan dat. Vaak keek ik naar de hemel en stelde ik me voor dat ik daar ergens rond vloog op weg naar een luchthaven en dat je van daaruit naar een andere luchthaven ging, steeds hoger, steeds verder. Ik was me er heus wel van bewust dat ik dat verzon, maar daar was niets op tegen: als ik bedacht dat het waar was, was het ook waar, voor mij althans.
Vooral met Franse films heb ik het: als daarin iets wordt gegeten of gedronken, krijg ik daar ook zin in. Niet altijd, zou een mooie boel worden, nee, sóms. Met films uit andere landen heb ik het niet. Nooit nam ik de tijd dat goed te begrijpen. Wel is het zo dat het in een eerdere fase van mijn leven erger was dan nu: iemand liep, getergd door relationele problemen, een klein, enorm Frans buurtcafé binnen en bestelde peinzend een glas bier, ik kon bijna niet meer wáchten. Is min of meer over – gelukkig, moet ik zeggen. Met eten heb ik het nog wel.
Liefhebbers zullen Marktplaats vanaf morgen scherp in de gaten houden: mondkapjes waarop staat Prinsesjesdag 2020. Historisch dingetje, maar 500 van in omloop. Is die van Rutte meer waard dan die van Grapperhaus? Wat ruik je bij hergebruik?
Met broodjeszaak zeg ik te weinig over de winkel waar ik zaterdag in alle vroegte voorbijloop. Ik ga er nooit naar binnen maar ik weet dat je er behalve broodjes (kleine kunstwerken met rucola) ook biologische landwijn uit Toscane kunt kopen, ambachtelijk gebak met rare glans, wel tien soort bronwater en niet te vergeten makreelpaté. Dat weet ik doordat ik tijdje geleden voor de open deur met een kennis stond te praten, en dan kun je je heel wat van het interieur eigen maken.
Nog nooit had ik een vrouw zien vechten. De meeste jongens van mijn generatie zullen dat bevestigen. Meisjes ook. Dus voordat we Diana Rigg als Emma Peel in De Wrekers zagen. Ze is overleed deze week en toen ik dat hoorde dacht ik niet dat ze al lang dood was. Vaag was ik haar blijven volgen. Ze speelde ook mee in de populaire serie Game of Thrones. Daarvan heb ik nooit een aflevering gezien, niet uit principe, maar het leek me allemaal wat te veel voor me.
Als ik in mijn kindertijd iets niet mocht, verzette ik me daartegen. Uiteraard, want dat doe je als kind, ook omdat er nog niet zo veel is om je tegen te verzetten. Ik geloof niet dat mijn ouders érg streng waren en als ik iets niet mocht, legden ze uit waarom. Altijd dacht ik: als het eenmaal later is, zorg ik ervoor dat ik álles mag. Is niet helemaal gelukt en wat ik vooral merk is dat het kind in mij niet helemaal verdwenen is. Integendeel. Heeft voor- en nadelen.